Deetman ontkent verband misbruik en castratie

De commissie-Deetman spreekt de beschuldigingen tegen dat in het rapport over het misbruik in de katholieke kerk gevoelige informatie is weggelaten, onder meer over de castratie van een minderjarige jongen. De berichtgeving hierover in NRC Handelsblad berust niet op feiten, laat de commissie vrijdag weten.

NRC Handelsblad schreef halverwege deze maand over de castratie van een minderjarige jongen. Hij deed in 1956 aangifte van ontucht in een katholiek jongensinternaat in het Gelderse Harreveld. Daarna werd hij door de politie afgeleverd in een psychiatrische inrichting in Boekel waar hij door katholieke broeders zou zijn gecastreerd vanwege homoseksueel gedrag.

Deetman komt tot een andere conclusie. "Noch de in de krant genoemde melding noch de feitelijke gegevens die de Onderzoekscommissie ter beschikking stonden tonen een verband aan tussen het seksuele misbruik van een aantal minderjarigen, de aangifte en de castratie. Hij benadrukt dat zijn rapport stoelt op 'feiten en zorgvuldige afwegingen die de betrouwbaarheid ervan staven'.

Ook de beschuldiging van NRC Handelsblad dat Deetman gevoelige informatie over oud-premier Victor Marijnen heeft weggelaten, klopt volgens de commissie niet. Marijnen was bestuursvoorzitter van Harreveld en hij zou zich hard hebben gemaakt om de ontuchtige broeders van een celstraf af te helpen.

De commissie-Deetman heeft echter in het archief geen informatie aangetroffen waaruit blijkt dat het bestuur van Harreveld een officieel gratieverzoek heeft aangevraagd of ondersteund. Ook zijn er geen bewijzen dat Marijnen heeft geprobeerd justitie te beïnvloeden vanwege het seksuele misbruik. Het ging namelijk om een andere kwestie, een 'vermoeden van financiële malversaties', stelt de commissie.

Deetman heeft NRC Handelsblad gevraagd om op dit punt een rectificatie te publiceren omdat de krant nu ten onrechte de indruk heeft gewekt dat Marijnen een 'moreel verwerpelijke positie' zou hebben ingenomen. Deetman moet volgende week verschijnen in de Tweede Kamer om tekst en uitleg te geven naar aanleiding van de berichtgeving van de krant.