Steeds minder arme ouderen in Nederland

Het aandeel arme ouderen in Nederland neemt snel af. Dit blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendmaakte.

In 2000 ontvingen nog 214 duizend huishoudens met minimaal één 65-plusser naast AOW minder dan 250 euro aan aanvullende inkomsten. In 2010 was dit met ruim twintig procent gedaald tot 170 duizend huishoudens, terwijl het aantal 65-plushuishoudens in de tussenliggende periode juist met bijna 366 duizend toenam tot 1,8 miljoen.

De meeste arme ouderen zijn traditioneel alleenstaande vrouwen. Bijna een op de vijf van hen heeft naast de AOW minder dan 250 euro aan aanvullende inkomsten. Wel verbetert hun inkomenspositie snel. In 2000 was dit namelijk nog een op de vier.

De AOW-uitkering bedraagt 1070 euro bruto per maand voor alleenstaanden, en 1520 euro voor partners. Negen van de tien 65-plus huishoudens ontvangen, naast AOW en eventueel huurtoeslag, aanvullende inkomsten uit opgebouwd vermogen en/of pensioen.

Het CBS merkt op dat zich grote inkomenverschillen tussen ouderen aftekenen. Waar tien procent van de 65-plushuishoudens moet rondkomen van een minimuminkomen, heeft bijna de helft van hen maandelijks de beschikking over meer dan duizend euro aan extra inkomsten boven op hun AOW. Het gemiddelde maandinkomen van huishoudens met minimaal één 65-plusser bedroeg in 2010 3170 euro bruto.