Definitief minder cel voor fatale duw van loopplank

Een woonbootbewoner uit Hellevoetsluis die in 2009 twee mannen het koude water in duwde, krijgt definitief vier maanden cel. De woonbootbewoner wilde de twee slechts een lesje leren en had niet kunnen verwachten dat een van hen zou verdrinken, oordeelt de Hoge Raad dinsdag. De straf is veel lager dan de vier jaar die de verdachte in 2010 van de rechtbank kreeg.

De uitspraak gaat tegen het advies van de advocaat-generaal in. Die stelde eerder dat de zaak moet worden terugverwezen naar het hof.

De verdachte werd in februari 2009 midden in de nacht wakker en zag een man op het dek van zijn boot. Die rende vervolgens naar een andere man op de kade. De woonbootbewoner ging achter het tweetal aan en vond ze uiteindelijk op de loopplank van een boot aan de andere kant van de haven. Daarop gooide hij hen allebei het water in, dat toen een temperatuur van ongeveer twee graden had.

Hij zag een van hen naar de kant zwemmen en nam aan dat de ander ook veilig de kant had bereikt. De volgende ochtend zag hij echter iemand in het water drijven. Daarop belde hij zelf de politie.

De rechtbank van Rotterdam oordeelde dat de verdachte had kunnen weten dat de man door onderdompeling in het koude water zou omkomen veroordeelde de man voor doodslag en mishandeling. Het gerechtshof in Den Haag vond echter dat dit niet algemeen bekend is. Daarom legde het vier maanden cel op voor mishandeling met de dood tot gevolg.

Het Openbaar Ministerie was het niet met het hof eens en ging in cassatie bij de Hoge Raad. Die schaart zich echter achter het oordeel van het hof.