Kabinet houdt vast aan minimumstraffen

De Raad van State en de Raad voor de rechtspraak hebben kritiek op het wetsvoorstel voor de invoering van minimumstraffen, maar daar trekt het kabinet zich niets van aan. Het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer, heeft de ministerraad vrijdag besloten.

"We hebben uitvoerig gereageerd op de kritiek van de Raad van State", zei premier Mark Rutte (VVD) vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie. "Soms leidt dat tot aanpassingen in wetsvoorstellen, maar in dit geval hebben we de kritiek op de tong geproefd en in de hand gewogen en vastgehouden aan het eigen voorstel."

Kern van die wet is dat criminelen een zwaardere straf krijgen als ze binnen tien jaar opnieuw een misdrijf plegen met ernstige gevolgen voor het slachtoffer en waarop een maximumgevangenisstraf staat van acht jaar of meer. Als minimumstraf wordt dan minstens de helft van de maximale straf opgelegd.

Er was de nodige kritiek op de plannen. Zo was de Raad voor de rechtspraak er niet van overtuigd dat minimumstraffen een effectieve bijdrage leveren aan een veiligere samenleving. Ook leidt het voorstel ertoe dat rechters in de toekomst soms worden gedwongen straffen op te leggen die niet in verhouding tot de ernst van het misdrijf staan, stelde de raad.

Het kabinet doet er niets mee. "De kern van het wetsvoorstel is overeind gebleven omdat wij echt vinden dat tegen dit soort idioten die dit soort misdrijven begaan heel hard moet worden opgetreden", aldus Rutte.