Schoonmaakbazen willen weer praten

De werkgevers in de schoonmaakbranche, verenigd in de OSB, willen weer praten met de vakbonden van de stakende schoonmakers. Wel moet zo'n gesprek plaatsvinden 'binnen realistische financiële kaders'. Ze willen, conform het staande aanbod, ruim drie procent investeren. De oproep komt aan de vooravond van een grote demonstratie in Rotterdam waaraan ook landelijke politici deelnemen.

De schoonmaakbedrijven braken vorige week de onderhandelingen nog af omdat de schoonmakers aangesloten bij de FNV geen duimbreed van hun eisen weken. De FNV eist onder meer loonsverhoging, een gezonde werkdruk en doorbetaling bij ziekte.

De OSB noemt deze eisen 'totaal onredelijk'. Ze zouden twaalf procent meer kosten en veel faillissementen tot gevolg hebben. De werkgevers hopen dat de vakbonden de uitgestoken hand aannemen.

"De ingrediënten voor een nieuwe cao liggen er", aldus eerste onderhandelaar Anton Witte. Behalve over salariseisen willen de werkgevers ook praten over respect en verzuimbeleid.

Schoonmakers, die hun acties zo'n twee weken geleden begonnen op te voeren, demonstreren donderdag in Rotterdam. Daar worden twee grote opdrachtgevers bezocht. Job Cohen, Emile Roemer en Jolande Sap, de fractievoorzitters van de PvdA, de SP en GroenLinks, lopen ook mee.

Volgens de demonstranten van de 'Mars van Respect' worden er slechte keuzes gemaakt in de schoonmaakbranche. Zijzelf en het schoonmaakwerk zouden de dupe zijn van 'dumpprijzen' als gevolg van een prijzenoorlog tussen schoonmaakbedrijven.

Zo'n 2500 schoonmakers in het hele land nemen volgens de FNV nu deel aan de schoonmaakacties. Donderdag moet ook het vervolg van de acties duidelijk worden.