De antwoorden van Peter van Hal

Een tijdje geleden konden jullie vragen opsturen naar oud-skischansspringer en Eurosport-commentator Peter van Hal. FOK!sport heeft een aantal vragen geselecteerd en deze opgestuurd naar Van Hal. Hieronder vind je de antwoorden.

Vinden de springers het skivliegen (200 m. schans) leuker om te doen dan het skispringen van 90 of 120 meter?

Voor een groot aantal springers is het vliegen de slagroom op de taart. Er is ook een groep skispringers die er niet veel mee heeft. Vroeger had je echte specialisten die uit de kast werden gehaald. Als je echt mee wilt doen tegenwoordig moet je eigenlijk alle wedstrijden doen, dus ook het skivliegen.

Wat is de impact van een sprong op het lichaam?

Op zich niet zo heel veel, behalve als je ver over het K-punt springt. Dan komen de G-krachten om de hoek kijken. Als je het over skivliegen hebt komt er nog wat anders bij, wat je via deze link kan lezen.

Heb je wel eens bij 20 graden onder 0 moeten springen en hoe voelt dat aan? Kun je trouwens merken dat zulke koude lucht dikker is en verder draagt dan lucht van +5?

Mijn koudste training was ooit bij 33 graden onder nul. Dit is erg koud omdat de skispringgpakken een luchtdoorlaatbaarheid hebben van 60%. Wat je merkt als je op grote hoogte springt is dat de wind dan iets dunner is en weinig invloed heeft. Dit heb ik meegemaakt in Jaca (Spanje) waar de schans op 2300 meter ongeveer staat. Ook voelt springen door de mist op een een of andere manier anders.

Wat is de belangrijkste verandering die het schansspringen doormaakte sinds jouw tijd?

Ik maak er gewoon een rijtje van om niet te veel uit te wijden:
- Bindingen zijn anders.
- De ski's zijn anders van vorm.
- BMI regel.
- Invoering FIS-cup.
- Dames skispringen.
- Pakken zijn minder wijd.
- Nog lagere aanloopsnelheden.


Peter van Hal

Zijn er (noemenswaardige) verschillen tussen de schansen, behalve de Hill Size, die effect kunnen hebben op bepaalde springers? Maakt het bijvoorbeeld uit of het een natuurschans of een betonnen toren is?

Nee, al is het karakter van de schans wel bepalend. Zo zag je dit seizoen dat Andreas Kofler niet uit de voeten kwam met de schans in Harrachov en was het bekend dat bijvoorbeeld Janne Ahonen een pest hekel had aan de schansen in Kuusamo en Kuopio.

Als een ‘gemiddelde' springer over de Hill Size springt, wordt de starthoogte vaak aangepast. Is dit ook zo als een topper als Kofler of Schlierenzauer over de HS springt? Hoe wordt bepaald of ze het aanpassen?

Het is afhankelijk wat de omstandigheden zijn en hoe ver men over de HS is gesprongen. Ook heeft de coach nog enige invloed.

Zou het schansspringen niet een stuk aantrekkelijker worden zonder een jury zoals dat nu gebruikelijk is? Ik vind het altijd zo'n domper als diegene die het verst springt niet wint omdat een ander die minder ver maar mooier sprong, er met de prijs vandoor gaat?

Ik denk als men in staat is de sprong op de centimeter nauwkeurig te meten, dat het snel gedaan kan zijn met de jury. Al zeg ik dan wel: Wat doen we dan met de telemarklanding. Eigenlijk wint 95 van de 100 keer wel de springer die het verst springt.

Wat voor tips zou je geven aan jonge ski springers zodat ze top kunnen worden?

Ga minimaal door tot je echt niet beter wordt en stop niet na de eerste tegenslag. Zorg voor een goed team om je heen. Stem school goed af op de sport. Er is een leven na het skispringen en deze duurt veel langer. Wees kritisch ten op zichtte van je zelf. Kijk naar de techniek en niet naar de afstand. Train veel droog en maak je lijf sterk.

Hoe kom je als Nederlander op het idee om te gaan schansspringen en waar zijn dan de trainingsfaciliteiten te vinden? Hoe groot acht je de kans dat een jonge Nederlander (als Rico de Jong bijvoorbeeld) bij de mannen eens serieus kans gaat maken om zich op zijn minst te kwalificeren voor een World Cup wedstrijd?

Ik kwam in 1977 in aanraking met het skispringen tijdens een wintersport vakantie. Ik was toen 5 jaar. Sindsdien volgde ik van een afstand de sport, met als droom het ooit eens te gaan doen. Door ontbrekende faciliteiten in Nederland kwam het er niet van. In 1989 nam ik uiteindelijk deel aan een kennismakingsdag van de Nederlandse Skivereniging en werd skispringer.

De dichtstbijzijnde trainingsschans ligt in Meinerzhagen op zo'n 3 uur rijden vanuit mijn toemalige woonplaats Leiden. Verder was ik vaak in Oberhof op zo'n 6 uurtjes rijden. De weg voor een Nederlander is lang. Er is veel concurrentie. Je moet je voorstellen dat er in de grote landen honderden skispringers zijn met het niveau van Rico de Jong, Ruben de Wit, etc. Deze springers kunnen/zullen nooit voor hun land uit komen. De Nederlanders hebben het voorrecht en het geluk niet in eigen land eerst te moeten uitblinken. Via de FIS-cup moeten eerst punten gehaald worden, dan bij de top 30 in de Continentalcup komen en vervolgens bij de eerste veertig springen in een kwalificatie wedstrijd van de Wereldbeker. De kans is dus klein, maar het verleden heeft bewezen dat het haalbaar is.

En wat zie je qua kansen voor de vrouwen, verwacht je dat bijvoorbeeld Lara Thomae het niveau van Vuik voorbij kan, of dat Vuik zelf zich misschien naar de top-15 van de wereld kan springen?

Wendy Vuik is op dit moment verre weg de beste. Beter gezegd; zelfs de best presterende Nederlander van de schans. Iets om trots op te zijn. Het gaat mij niet om namen, maar om de prestatie. Ik hoop natuurlijk wel als ex-skispringer dat wij straks twee dames hebben in de Ladies-Worldcup, maar daar kan ik niet veel aan veranderen. Dit kunnen Lara en Wendy alleen zelf doen. Lara moet haar valpartijen overwinnen en terug gaan naar de techniek. Als zij het kan opbrengen moet zij hier twee jaar voor uittrekken.

Wendy kan technisch zeker nog wat beter worden, maar ik zie de grootste verbeter punten in het fysieke gedeelte. Het klinkt raar maar zij moet de sprongkracht van een vent krijgen. Kijk maar eens naar de afsprong van Daniela Iraschko. Als dit lukt zeg ik dat top 15 haalbaar is.

Spring je nog wel eens; heb je de springski's nog in je bezit? Wat doe je verder na het schansspringen. Heb je nog iets bij die sport buiten het verslag geven?

Na het skispringen heb ik nog 2 jaar mij ingezet voor de generatie na mij. Daarna heb ik nog wat bestuurswerk gedaan. Vervolgens ben ik in 1999 bij Eurosport beland. Ik geef door de weeks les op De Delta. Een VMBO-school voor kinderen met leer -en gedragsproblemen. Ik geef daar LO, Duits en ik ben mentor van een tweede klas. Ik ben getrouwd en ben vader van een dochter van 6. Als de tijd het toelaat en er bij Eurosport budget is ben ik aan de schans te vinden.

Mijn materiaal heb ik niet meer, dus ik spring ook niet meer. Ik heb van 1997-1999 nog wat als hobby skispringer geacteerd. Ik kwam er achter dat ik niet meer als van oudsher kon springen en vond het dus niet meer de moeite waard.