Nederland heeft relatief weinig ambtenaren

Nederland heeft relatief weinig ambtenaren in dienst, in vergelijking met onder andere de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Leiden waarover het Financieele Dagblad dinsdag bericht.

Het huidige kabinet onder leiding van premier Mark Rutte (VVD) wil 6,6 miljard euro bezuinigen op het ambtenarenapparaat. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de Nederlandse overheid te groot is.

In Nederland is echter slechts 2,9 procent van de beroepsbevolking ambtenaar. In de VS en op het Britse eiland, die bekend staan om een kleine rol voor de overheid, bedraagt dit percentage respectievelijk 3,1 en 4,7 procent. Ook in Frankrijk en Duitsland liggen de percentages hoger met 4,6 en 3,7 procent.

Volgens hoogleraar vergelijkende bestuurskunde Frits van der Meer bestaan er 'veel mythes rond landen'. Zo zou het Verenigd Koninkrijk na ingrijpen van premier Margaret Thatcher een veel kleinere overheid hebben dan Nederland, maar dat is niet waar. "Ze heeft de kolen- en staalsector geprivatiseerd, maar bij de kernambtenaren is er niet zo veel veranderd", zegt Van der Meer.

In Nederland is de overheid relatief klein omdat veel taken worden uitgevoerd door het maatschappelijke middenveld, zoals de kerk en verenigingen, stellen de onderzoekers. Ook is in Nederland het nodige bezuinigd en geprivatiseerd. Wel is het aantal ambtenaren in de openbare orde en veiligheid toegenomen. Het ambtenarenapparaat zou hierdoor nu ongeveer even groot zijn als in 1985.

Volgens een woordvoerder van Binnenlandse Zaken is de huidige bezuinigingsronde gebaseerd op een rapport van de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO). Daarin zou staan dat Nederland relatief gezien veel ambtenaren met een administratieve taak heeft. "Daarnaast is het een politiek besluit", stelt de woorvoerder.