Oud-directeur AIVD: antiterreurwetgeving onnodig

Sybrand van Hulst, voormalig directeur van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), uit forse kritiek op de Nederlandse antiterreurwetgeving. Volgens hem was de wetgeving, die werd ingevoerd na de terroristische aanslagen op 11 september 2001, onnodig. Dat zegt hij zaterdag in het Radio 1-programma Argos.

Zo was Van Hulst geen voorstander van de Wet afgeschermde getuigen, waarmee de identiteit van getuigen verborgen kan worden gehouden. Van Hulst uitte zijn kritiek in 2004 al tegenover het kabinet, maar dat werd hem niet in dank afgenomen.

"Ik vind dat je de kritiek op die wet buitengewoon serieus moet nemen. Niks is slechter dan dat wij middelen zouden gebruiken die de toets van de integriteit niet kunnen doorstaan", zegt Van Hulst in het programma. "Je moet dus heel voorzichtig zijn met wetgeving die misschien in de zorgen van het moment, de hype van het moment, tot stand komt."

Ook dierenactivisme valt tot onbegrip van Van Hulst onder de antiterreurwetgeving. "Ik ben altijd huiverig geweest om dierenrechtenactivisme het label van terrorisme mee te geven. Immers, bij terrorisme gaat het om activiteiten gericht op de levens van mensen, en dat kun je van dierenrechtenactivisme niet zeggen."

Uit onderzoek van Argos blijkt dat sinds de nieuwe wetgeving 254 mensen werden aangehouden voor terroristische verdenkingen. Slechts 24 personen werden daarvoor veroordeeld.