Paniek na aardbeving Sumatra

Na een aardbeving is maandagnacht paniek uitgebroken op het westelijke Indonesische eiland Sumatra. Mensen vluchtten uit hun huizen en hotels de straat op en een ziekenhuis in Medan werd ijlings ontruimd.

In Subulussalam kwam een 12-jarige jongen om het leven, zei de burgemeester van die plaats tegen een Indonesisch televisiestation. Hij had verder geen bijzonderheden over schade of slachtoffers.

Inwoners van Singkil, dichter bij het epicentrum, verklaarden dat enkele elektriciteitsmasten waren omgevallen. "Mijn vrouw gilde, mijn kinderen huilden", zei de 37-jarige Burhan Mardiansyah. "Wij zagen dat onze muren begonnen te barsten en alles in huis kwam naar beneden."

Marni Aulia, een 32-jarige verkoopster in Singkil, zei dat twee uur na de beving nog niemand naar binnen in hun huizen durfde. "Wij zijn bang voor de nabevingen."

De beving had volgens de Amerikaanse geologische dienst USGS een kracht van 6,6. Zij deed zich voor op een diepte van 110 kilometer, honderd kilometer ten zuidwesten van Medan. Dat was te diep en te ver van de kust om een tsunami te kunnen veroorzaken.

Op 26 december 2004 veroorzaakte een zware aardbeving voor de kust van Sumatra een grote vloedgolf in de Indische Oceaan. Ongeveer 230.000 mensen kwamen om het leven, van wie de helft in de westelijke Indonesische provincie Atjeh.