Marokkanen, Turken en Chinezen vinden mannenopvang

De afgelopen jaren hebben veel Marokkaanse, Turkse en Chinese mannen een beroep gedaan op de zogeheten mannenopvang voor slachtoffers van geestelijk of lichamelijk geweld. Dat staat in een evaluatie van de proef met de mannenopvang in de vier grote steden.

De proef wordt verlengd tot eind volgend jaar, zo heeft staatssecretaris van Volksgezondheid Marlies Veldhuijzen van Zanten (CDA) besloten.

Tussen juli 2008 en december 2010 hebben zich 677 mannen gemeld bij de opvang, van wie er 182 zijn opgevangen. Meer dan de helft is Nederlands, maar daarnaast komen de Marokkaanse, Turkse en Chinese nationaliteit 'veel' voor, meldt de gemeente Amsterdam namens de vier steden. Zij konden terecht bij in totaal veertig opvangplekken.

De mannen kampen met diverse problemen. In de meeste gevallen gaat het om geweld van de (ex-)partner, maar mensenhandel en eerwraak komen regelmatig voor. In ruim een vijfde van de gevallen is een korte opvangperiode voldoende. Daarna gaat de man weer terug naar huis.