HRW: Libische rebellen plunderen dorpen

Libische rebellen die strijden tegen het regime van kolonel Moammar Gadhafi hebben winkels en ziekenhuizen geplunderd en de huizen van vermoedelijke medestanders van Gadhafi in brand gestoken, nadat ze enkele dorpen in de westelijke Nafusa-bergketen hadden ingenomen. Dat heeft mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch woensdag in een rapport gezegd.

HRW baseert zich in het rapport op gesprekken met lokale strijders en inwoners. Die verklaarden dat de rebellen huizen in brand staken en de voorraden van winkels en ziekenhuizen meenamen.

Een woordvoerder van de Nationale Overgangsraad, die zitting houdt in Benghazi, in het oosten van Libië, ontkende in eerste instantie dat er rebellen bij de plunderingen betrokken waren. "Deze acties werden uitgevoerd door individuen, die de Nationale Overgangsraad niet vertegenwoordigen, noch de 17 Februari-beweging", aldus de woordvoerder.

Hij erkende echter dat er ook sprake kan zijn van een fout. Als er bewijzen zijn, dan worden de daders voor de rechter gebracht, bezwoer hij.

De mogelijke wandaden van de rebellenbeweging, die grotendeels bestaat uit gewapende burgers en geen strakke bevelstructuur kent, doen de angst voor vergeldingen toenemen. Ook de NAVO wordt door het rapport van HRW in verlegenheid gebracht, omdat het doel van de missie in Libië is burgers te beschermen.

HRW heeft de bevelhebbers van de rebellen opgeroepen om hun strijders ter verantwoording te roepen voor het beschadigen van het bezit van burgers. "Oppositietroepen hebben de plicht om burgers en hun bezittingen te beschermen in de gebieden die ze onder controle hebben, zodat mensen veilig naar huis kunnen terug keren en hun levens opnieuw kunnen opbouwen", aldus Joe Stork van HRW.

Mensenrechtenorganisaties beschuldigen ook de troepen van Gadhafi van overtredingen, waaronder het beschieten van gebieden waar burgers wonen, het mishandelen van gevangenen en het plaatsen van landmijnen.