Geen extra zoet water meer nodig voor westen

De extra aanvoer van zoet water voor het westen van Nederland is de komende tijd niet meer nodig. De aanvoer van zoet water uit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal is daarom stopgezet, meldt het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden woensdag.

Voor het pompen van het water naar het westen werd medio mei het gemaal de Aanvoerder in Utrecht voor het eerst sinds 2003 aangezet. De deuren in de Leidsche Rijn werden gesloten, zodat geen water meer vanuit de rivier naar het Amsterdam-Rijnkanaal kon stromen.

De maatregelen werden genomen vanwege de droogte en moesten zorgen voor voldoende zoet water voor onder meer agrariërs in het westen van Nederland. Door de droogte stroomde onvoldoende rivierwater het land in.

Het westen van het land krijgt normaal vanuit de Hollandsche IJssel bij Gouda zoet water. Zout zeewater dat via de Nieuwe Waterweg binnenkwam veroorzaakte echter verzilting van de Hollandsche IJssel.

Door de afvoer van zoet water van de Rijn wordt het zeewater onder normale omstandigheden teruggeduwd, maar de Rijnafvoer was door droogte in Duitsland en minder smeltwater in Zwitserland te laag. De afvoer van de Rijn nam de afgelopen tijd echter weer iets toe door neerslag.

Met het stopzetten van de wateraanvoer naar het westen is de situatie niet direct weer normaal, aldus De Stichtse Rijnlanden. Het water heeft een aantal dagen de tijd nodig om weer op het reguliere peil te komen. De verwachting is dat de situatie vanaf zaterdag weer normaal is.

Vanaf zaterdag worden de vaarverboden op de Leidsche Rijn dan ook ingetrokken en wordt er bij de sluizen van Haanwijk en Bodegraven weer op de normale tijden geschut. Ook wordt de doorvaart naar het Amsterdam-Rijnkanaal bij gemaal de Aanvoerder weer mogelijk.