Chinese ambtenaren stalen 86 miljard

Duizenden corrupte Chinese ambtenaren hebben tussen halverwege de jaren negentig en 2008 bij elkaar meer dan 86 miljard euro gestolen. Met het geld zijn zij naar het buitenland gevlucht, met name naar de Verenigde Staten. Dat blijkt uit een rapport van de Chinese centrale bank.

In het rapport staat dat tussen de zestien- en achttienduizend ambtenaren rond de 800 miljard yuan uit China hebben gesmokkeld. Het geld werd naar de Verenigde Staten, Australië, Canada en Nederland gesmokkeld met behulp van buitenlandse bankrekeningen of via investeringen in bijvoorbeeld vastgoed. De diefstallen werden meestal afgeboekt als zakentransacties met bedrijven die daar speciaal voor waren opgericht.

China heeft de afgelopen jaren gepoogd de corruptie aan te pakken. De Chinese bevolking demonstreert geregeld tegen het nepotisme en het wordt gezien als een belangrijke bedreiging voor de politieke stabiliteit in het land. Desondanks tiert de corruptie welig. Een van de grootste corruptieschandalen had betrekking op een leider van de Communistische Partij in Shanghai. Hij werd in 2008 veroordeeld tot achttien jaar celstraf.

In het rapport adviseert de Chinese Volksbank om niet alleen de daders te straffen, maar ook de geldstromen te controleren en de methodes voor betalingen aan het buitenland te herzien.