Advocaat: Wilders is schizofreen

De rechtbank in Amsterdam moet psychologisch onderzoek laten doen naar PVV-leider Geert Wilders. Dat heeft advocaat Erik Olof van de zogeheten benadeelde partijen woensdag betoogd in het proces tegen Wilders. Volgens Olof lijdt Wilders aan een gebrek aan inlevingsvermogen.

"Mijn cliënten stellen: het is een vreemde man, de verdachte", zei Olof, die zegt op te treden namens 'gewone moslims'. "Er is weinig te merken van begrip voor mijn cliënten. Hij kan urenlang als een etalagepop hier aanwezig zijn. Mijn cliënten zeggen: die man is toch wel knettergek of schizofreen."

Rechtbankvoorzitter Marcel van Oosten onderbrak Olof. "Geen insinuaties, scheldpartijen of nare woorden. Ik verbied u dat." Ook Wilders' advocaat Bram Moszkowicz maakte bezwaar. Van Oosten zei dat de rechtbank de suggestie van een psychologisch onderzoek 'te zijner tijd zal meenemen, als het relevant zou kunnen worden'.

Ook andere advocaten van de benadeelde partijen werden door Van Oosten onderbroken. Ze wilden nogmaals ingaan op de strafzaak zelf, in plaats van op de schade die hun cliënten zouden hebben geleden. Dat is tegen de regels, en daarom greep Van Oosten herhaaldelijk in.

Alle bij het proces betrokken partijen mogen woensdag het laatste woord voeren. Het Openbaar Ministerie en Moszkowicz, die beiden vrijspraak willen, zagen daarvan af. Wilders krijgt als laatste de mogelijkheid het woord te voeren. Tot nu toe heeft hij tijdens het proces vrijwel steeds gezwegen. Wel was hij bij alle zittingen aanwezig.