Grensruzie Thailand en Cambodja voor ICJ

Vertegenwoordigers van Thailand en Cambodja hebben elkaar maandag bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag beschuldigd van illegale, grensoverschrijdende aanvallen. Het conflict tussen de twee landen draait om een historische tempel in een betwist grensgebied.

Cambodja wil dat het ICJ Thailand sommeert zijn troepen in de grensregio terug te trekken. Thailand meent echter dat het hof niet bevoegd is om een uitspraak te doen in de zaak.

Aan het begin van de zitting zei de Cambodjaanse minister van Buitenlandse Zaken Hor Namhong dat Thailand 'moorddadige invallen' heeft uitgevoerd op Cambodjaans grondgebied. Volgens de Thaise ambassadeur in Nederland Virachai Plasai zijn juist de eenzijdige Cambodjaanse aanvallen op Thais grondgebied een 'duidelijke en opzettelijke schending van het oorlogsrecht'.

Het ICJ kende de Preah Vihear tempel en het omliggende gebied in 1962 toe aan Cambodja. Thailand heeft zich bij dat besluit neergelegd, maar meent dat het huidige conflict niks met die zaak en uitspraak te maken heeft.

Het ICJ kan binnen enkele weken een uitspraak doen over het Cambodjaanse verzoek Thailand op te dragen zijn troepen terug te trekken uit het grensgebied. Het zal echter waarschijnlijk jaren duren voordat het hof bepaalt of het bevoegd is om een uitspraak te doen over het grensconflict.

Bij de gevechten tussen de twee landen zijn tot dusver zo'n twintig mensen om het leven gekomen. Tientallen mensen zijn gewond geraakt en tienduizenden mensen zijn sinds 2008 op de vlucht geslagen. Een bemiddelingspoging van de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono leidde begin deze maand niet tot een permanente wapenstilstand.


Grensruzie Thailand en Cambodja voor ICJ (Foto: Novum)