Raad van State bekritiseert plan uitwonendenbeurs

Het kabinet moet het plan om de studiefinanciering stop te zetten van studenten die een tweede keer worden betrapt op frauderen met de beurs voor uitwonenden heroverwegen. Ook moeten studenten de mogelijkheid krijgen aan te tonen dat zij niet meer bij hun ouders wonen voordat zij als fraudeurs te boek komen te staan. Dat adviseert de Raad van State het kabinet in een maandag openbaar gemaakt advies.

Eind vorig jaar maakte het kabinet bekend via een wetswijziging fraude met de beurs voor uitwonenden harder aan te willen pakken. Studenten die een beurs voor uitwonenden krijgen terwijl ze in werkelijkheid bij hun ouders wonen, zouden in de toekomst een boete moeten krijgen.

De boete bedraagt de helft van het te veel ontvangen bedrag. Ook moet de te veel ontvangen studiefinanciering worden terugbetaald. Als een student voor de tweede keer wordt betrapt, wordt de studiefinanciering stopgezet. Studenten moeten dan ook alle ontvangen studiefinanciering terugbetalen. Bovendien doet het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan aangifte bij justitie.

De Raad van State stelt dat met de wijziging die het kabinet wil doorvoeren, studenten die niet op het door hen vermelde adres wonen, maar wel uitwonend zijn, ineens ook als fraudeur worden aangemerkt. Daarom zouden studenten de mogelijkheid moeten krijgen om aan te tonen dat ze echt niet meer bij hun ouders wonen.

Ook moeten studenten naast het binnenlaten van controleurs meer mogelijkheden krijgen om aan te kunnen tonen dat ze op het adres wonen waar ze ingeschreven staan. Verder vindt de Raad van State het stopzetten van de studiefinanciering bij twee keer frauderen een niet evenredige sanctie.