Schade Fukushima groter dan gedacht

Na reparaties aan meetapparatuur in de Fukushima Daiichi kerncentrale in Japan is gebleken dat een van de reactors meer schade heeft opgelopen dan voorheen werd aangenomen. Dat hebben medewerkers van het Japanse nucleaire agentschap NISA donderdag gezegd. Het oplossen van de nucleaire crisis kan hierdoor vertraging oplopen.

Waarschijnlijk zijn direct na de aardbeving en de daaropvolgende tsunami deels gesmolten brandstofstaven van reactor 1 op de bodem van het drukvat terechtgekomen en mogelijk zelfs in het grotere insluitingsvat. Volgens NISA is de temperatuur van de staven echter niet op een gevaarlijk niveau. Ze kunnen dan ook niet door de betonnen bodem van de reactor smelten.

NISA meldde tevens dat het waterpeil in de reactorkern lager is dan aanvankelijk werd gedacht. Hierdoor is een deel van de brandstofstaven bloot komen te liggen. De temperatuur van de staven blijft echter op een veilig niveau, omdat er voortdurend water in de reactorkern wordt gepompt. Dit radioactieve water lekt waarschijnlijk uit het insluitingsvat. Ook uit de reactors 2 en 3 lekt radioactief water. De beheerder van de centrale, Tepco, probeert te voorkomen dat dit water naar zee stroomt door het weg te pompen.

In totaal heeft de Fukushima-centrale zes reactors. De reactors 5 en 6 waren al uitgeschakeld en in reactor 4 waren geen brandstofstaven aanwezig.