Politie slordig met geconfisqueerde drugs

De politie gaat niet zorgvuldig om met in beslag genomen drugs. De aanpak blijft stagneren, toezeggingen worden niet nagekomen en resultaten blijven uit. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Rijksauditdienst.

Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) neemt onmiddellijk maatregelen om de situatie bij de politie te verbeteren, zo laat hij woensdag weten aan de Tweede Kamer. Zo wordt nog deze zomer bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Driebergen een centrale opslagruimte voor in beslag genomen drugs ingericht.

De invoering van uniforme landelijke regels - noodzakelijk om een aantal 'verbetermaatregelen' uit 2007 door te voeren - is ook na herhaald waarschuwen niet gelukt, zo blijkt uit het rapport. Opstelten stelt dat duidelijk moet zijn dat dit niet had mogen gebeuren en onacceptabel is.

"Het proces van in beslag genomen drugs móet zonder risico's verlopen", schrijft de bewindsman woensdag aan de Tweede Kamer. De politiekorpsen hebben de minister verzekerd dat zij direct maatregelen hebben genomen, vervolgt Opstelten, die belooft de korpsen hier 'scherp' op aan te sturen.

Opstelten heeft op 1 februari een diensthoofd bij het KLPD aangesteld die de manier waarop wordt omgegaan met geconfisqueerde drugs binnen het korps moet stroomlijnen. Ook is een stuurgroep ingesteld. Daarnaast bestaat sinds 1 april het Beslag-Interventieteam (BIT), dat de inbeslagname van drugs bij de politiekorpsen op orde moet krijgen.

Inmiddels is een protocol vastgesteld waar alle 26 politiekorpsen zich aan moeten houden. Op 1 oktober moet de inbeslagname van drugs in alle korpsen volgens dit protocol verlopen.