Wel de lusten, niet de lasten van Oranjes

De meerderheid van de Nederlanders vindt dat Nederland het best af is met een koning of koningin, maar wil de hand op de knip houden. 53 procent geeft aan niets over te hebben voor het koningshuis. Vooral onder PVV-stemmers loopt dat aantal op: acht op de tien zouden de Oranjes het liefst geen cent betalen. Dat blijkt op de dag voor Koninginnedag uit onderzoek van Maurice de Hond.

De voorkeur voor Nederland als koninkrijk en niet als republiek wordt uitgesproken door bijna 70 procent van de ondervraagden. CDA-stemmers zijn het meest koningsgezind: 86 procent van hen ziet liever een koningin dan een president. Aan het andere uiterste staan de SP-stemmers. Van de ondervraagden zou 46 procent het liefst een Republiek der Nederlanden zien.

De voorkeur voor een monarchie staat in contrast met het gebrek aan bereidheid om er ook voor te betalen. Bijna 80 procent van de ondervraagden vindt dat het koningshuis zelf zou moeten vragen om op de nullijn gezet te worden, een gevoel dat breed gedragen wordt onder de aanhangers van alle partijen.

Over de hele linie zijn PVV'ers kritischer over de Oranjes dan aanhangers van andere partijen. Koningin Beatrix kan wat hen betreft het best vandaag nog haar kroon aan de wilgen hangen, prinses Máxima moet haar Argentijnse paspoort opgeven als ze koningin wordt, en de PVV-stemmers zijn negatiever over het koningshuis gaan denken door het optreden van het staatshoofd tijdens de formatie.

Koningin Beatrix wordt in het jaarlijkse onderzoek van De Hond steeds positiever gewaardeerd. 80 procent vindt haar sympathiek. In 2005 was dat nog 68 procent. Ook vinden steeds meer ondervraagden dat ze dichter bij het volk staat dan een paar jaar geleden. Vond vorig jaar slechts 36 procent van de ondervraagden dat, dit jaar is dat gestegen tot 44 procent.

Het Koninginnedagonderzoek van Maurice de Hond wordt sinds 2005 jaarlijks gehouden.