Rebellen Libië klagen over NAVO

Libische rebellen hebben woensdag geklaagd dat de NAVO niet snel genoeg luchtaanvallen uitvoert. De opstandelingen proberen het oliestadje Brega te veroveren op de troepen van de Libische leider Moammar Gadhafi. De NAVO wees de kritiek van de hand en zei dat het aantal luchtaanvallen elke dag toeneemt.

"De NAVO doet haar werk niet, de luchtaanvallen komen te laat en zijn nooit op tijd. De NAVO helpt ons niet. Gadhafi krijgt nog steeds munitie en voorraden voor zijn troepen, dat is de reden dat hij ons terugdringt", aldus een van de rebellen.

Abdel-Fattah Younis, chef-staf van het rebellenleger, geeft de bureaucratische procedures van de NAVO de schuld van de vertraging tussen de melding van doelwitten door de rebellen en de daadwerkelijke NAVO-aanvallen. "Mensen zullen doodgaan en deze misdaad zal altijd blijven kleven aan het gezicht van de internationale gemeenschap. Waar is de NAVO mee bezig?", vroeg Younis zich af.

NAVO-woordvoerster Carmen Romero verwierp de kritiek van de rebellen. Volgens haar neemt het aantal luchtaanvallen met de dag toe. Maandag werden 137 missies uitgevoerd, dinsdag 186 en voor woensdag stonden 198 missies gepland. Romero zei dat het voorkomen van burgerslachtoffers een prioriteit van de NAVO is. "Alle operaties worden dan ook zeer voorzichtig uitgevoerd", zei Romero.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé zei woensdag dat de situatie steeds gecompliceerder wordt, omdat de troepen van Gadhafi zichzelf positioneren in dichtbevolkte gebieden. Hierdoor is het lastig om de troepen onder vuur te nemen.

Volgens Juppé is door de NAVO-aanvallen het grootste deel van de vliegtuigen en pantservoertuigen van Gadhafi's troepen vernietigd. Zij hebben dan ook hun toevlucht gezocht tot hetzelfde soort wapens als de rebellen. Daardoor is het moeilijk om de troepen van Gadhafi te onderscheiden van de rebellen. "De militaire situatie in het veld is verwarrend", zei Juppé.