RIVM: voorbereiding op kernramp moet beter
Nederland heeft zich maar zeer beperkt voorbereid op de herstelfase na een stralingsongeval. Ook wordt nog onvoldoende rekening gehouden met een eventuele terroristische aanslag met radiologisch of nucleair materiaal. Dat schrijft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het rapport Risicoschatting en -management bij radiologische en nucleaire incidenten.
Internationaal zijn de laatste jaren uitgebreide handboeken verschenen, maar die zijn nog maar ten dele vertaald naar de specifieke Nederlandse situatie. Dat moet snel gebeuren, vindt het RIVM. Ook moeten terreurscenario's meer aandacht krijgen in opleidings- en trainingprogramma's, zo staat in het op 11 maart gepubliceerde onderzoek.
Kleine stralingsincidenten worden in Nederland zo goed mogelijk voorkomen en adequaat afgehandeld. Ook de wet- en regelgeving is toereikend en de betrokken instanties zijn goed op hun taken ingespeeld. De afgelopen jaren zijn diverse maatregelen genomen om de kans op een incident te verminderen of onregelmatigheden vroegtijdig op te sporen.
Internationale inspecties laten zien dat de veiligheid van de nucleaire installaties in Nederland, zoals de kerncentrale in Borssele, de afgelopen decennia sterk is verbeterd. Maar of Nederland ook goed scoort in de bestrijdings- en herstelfase is onzeker. Het grootste probleem is dat praktijkervaring op alle niveaus ontbreekt.
