Bashir ontkent terreuraanklacht

De radicale Indonesische moslimgeestelijke Abu Bakar Bashir heeft donderdag in de rechtszaak tegen zijn persoon het gebruik van wapens tegen ongelovigen verdedigd. Voorts ontkende hij dat hij het brein achter een nieuwe terreurcel is, die aanslagen wilde plegen op westerlingen en vooraanstaande Indonesiërs.

Bashir, die al twee keer onder een veroordeling voor terrorisme uit wist te komen, zei tegen de rechters dat hij het slachtoffer is van een Amerikaanse samenzwering. De aanklachten tegen zijn persoon zijn volgens de geestelijke verzonnen. Als Bashir schuldig wordt bevonden aan de aanklachten - het opzetten, financieren, bewapenen en het mobiliseren van strijders voor een nieuwe terreurcel die een jaar geleden in de provincie Atjeh werd ontdekt - kan hij de doodstraf krijgen.

De 72-jarige imam zei dat hij pas later op de hoogte raakte van de terreurcel. "Ik ben er echter van overtuigd, dat, op basis van de islamitische wet, fysieke en wapentraining in de bergen van Atjeh een religieuze taak was, waarvoor Allah opdracht heeft gegeven om angst te zaaien in de harten van de vijanden van de islam", aldus Bashir. "Dit is net zo belangrijk als bidden en vasten. Maar de vijanden van Allah hebben deze heilige taak beledigd door hen ervan te beschuldigen terroristen te zijn."

Bashir wordt gezien als de grondlegger van de radicale aan Al Qaida gelieerde groep Jemaah Islamiyah. De groep pleegde verscheidene bomaanslagen, die sinds 2002 aan meer dan 260 mensen het leven kostten, onder wie een groot aantal buitenlandse toeristen. Bashir werd de afgelopen jaren berecht op beschuldiging van het beramen van deze aanslagen, maar alleen lichtere aanklachten, zoals overtreding van de immigratiewetten, werden bewezen geacht; hij zat daarvoor 26 maanden in de gevangenis.