Twijfel in Tweede Kamer over peespas

Een deel van de Tweede Kamer twijfelt aan de invoering van de zogeheten peespas, een pasje dat alle legaal werkende prostituees moeten kunnen laten zien. Dat bleek dinsdagavond tijdens een debat over de kabinetsplannen om misstanden in de prostitutie tegen te gaan.

Het kabinet wil dat alle prostituees zich laten registreren. Ze krijgen dan een pasje waarmee ze kunnen aantonen dat ze legaal werken. Bezoek aan prostituees die geen pasje kunnen laten zien wordt strafbaar.

Volgens PvdA, SP, D66 en GroenLinks wekt het pasje ten onrechte de schijn dat alles in orde is. "De eerste vrouwen die zich zullen laten registreren, zijn juist degenen die onder dwang werken. Zij hebben immers geen keuze", stelde PvdA-Kamerlid Khadija Arib.

Vrouwen die uit vrije wil in de prostitutie zitten, zijn juist erg huiverig om zich te laten registreren, zei Arib. Ze willen bijvoorbeeld niet dat hun echte naam wordt vastgelegd in een overheidsregister. Begrijpelijk, zei D66-Kamerlid Magda Berndsen. "Er zijn wel vaker databases gelekt en gehackt."

Ook het CDA heeft oog voor de grote weerstand onder prostituees tegen het pasjessysteem, zei CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg. "De gevaarlijkste uitbuiters kunnen meisjes gemakkelijk legaliseren. Daar moeten wij voor waken."

Het kabinet wil verder de minimumleeftijd voor prostituees verhogen van 18 naar 21. De linkse partijen zien er weinig in, omdat zij denken dat vrouwen onder de 21 illegaal in de prostitutie zullen blijven werken. De voorstanders, waaronder VVD, PVV en CDA, stellen juist dat vrouwen voortaan tot hun 21ste uit de prostitutie kunnen worden gehaald.

Het debat in de Tweede Kamer wordt later voortgezet. Dan reageert minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) op de argumenten voor en tegen de peespas.