Aantal naturalisaties stijgt licht naar 23.000

Het aantal buitenlanders dat door naturalisatie Nederlander is geworden, is vorig jaar iets gestegen naar 23.000. Dat zijn er een paar honderd meer dan in 2008, blijkt maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van de 23.000 zijn er zeventienduizend boven de achttien.

Rond 2000 waren er nog twee keer zoveel naturalisaties. Door de naturalisatietoets die in 2003 werd ingevoerd, liep het aantal naturalisaties sterk terug naar ongeveer 21.000. Sindsdien neemt het aantal mondjesmaat toe. Een kwart van de genaturaliseerden komt uit Turkije of Marokko.

Wie zich tot Nederlander laat naturaliseren, doet in principe afstand van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Tot 1997 hoefde dat niet. Wel zijn er uitzonderingen. Zo hoeven Marokkanen en Algerijnen bijvoorbeeld geen afstand te doen, omdat hun geboorteland dat niet toestaat.

Ook kinderen van deze mensen krijgen automatisch een meervoudige nationaliteit. Vorig jaar kwamen er op die manier 22.000 bij.

Nederland telt nu 1,2 miljoen personen met een meervoudige nationaliteit. Dat zijn er drie keer zoveel als in 1995. Van degenen met een meervoudige nationaliteit is de helft Turk of Marokkaan. De stijging komt vooral doordat het mogelijk is de eigen nationaliteit te behouden en doordat kinderen automatisch een meervoudige nationaliteit krijgen.