Mannen steeds vaker lager opgeleid dan ouders

Mannen zijn steeds vaker lager opgeleid dan hun ouders. Een op de vijf mannen die nu tussen de 25 en 40 jaar zijn heeft een lagere opleiding dan zijn ouders. In de generaties daarvoor was dat nog het geval bij een op de tien mannen. Dat blijkt uit een onderzoek dat woensdag wordt gepubliceerd, schrijft Trouw.

De verklaring hiervoor is eenvoudig. Hoger dan universiteit is onmogelijk, zeggen de onderzoekers Jochem Tolsma en Maarten Wolbers in de krant. "Het plafond is bereikt", zegt Wolbers. "Je kunt op een gegeven moment niet meer stijgen, alleen nog dalen." Bij vrouwen is nog geen sprake van sociale daling. Die zijn nog bezig met een inhaalslag.

Jaren is het beleid erop gericht geweest dat 'verborgen talent' een goede kans krijgt. Daardoor kregen ook kinderen uit arbeidersmilieus de kans om te studeren. Daarom werd ook aangenomen dat kinderen het beter krijgen dan hun ouders. Al langer werd gedacht dat niet iedere volgende generatie het beter krijgt, daar zijn nu cijfers bij.

Dat de mannen minder hoog zijn opgeleid is ook terug te zien in hun werk. Het verlies wordt echter doorgaans gecompenseerd doordat beide partners tegenwoordig vaak werken en de ouders bereid zijn bij te springen, bijvoorbeeld bij het kopen van een huis.

De dalers zitten voornamelijk onder autochtone mannen. Bij allochtonen is de eerste generatie die naar Nederland komt vaker lager opgeleid en zit er dus meer rek in voor de volgende generaties.

De sociologen vermoeden dat gezinnen die al langer in de toplaag vertoeven beter in staat zijn op dat niveau te blijven. "Kinderen uit van oorsprong lagere milieus hebben wellicht minder sociale en culturele hulpbronnen om op hetzelfde opleidingsniveau te blijven als hun ouders", stelt Wolbers.