Iran niet in Vrouwenraad VN

Iran is er niet in geslaagd een plaats te veroveren in de nieuwe Vrouwenraad van de Verenigde Naties. Bij een stemming woensdag in de Economische en Sociale Raad van de VN behaalde Iran van de elf kandidaten voor tien Aziatische zetels de minste steun, tot grote opluchting van de Verenigde Staten en mensenrechtengroepen.

Lange tijd waren er maar tien kandidaten voor de tien zetels, totdat enkele dagen geleden Oost-Timor zich meldde als nummer elf. Bij de stemming kreeg Iran maar negentien stemmen en Oost-Timor 36.

De Amerikaanse VN-ambassadeur Susan Rice was blij met het resultaat. "Wij hebben er geen geheim van gemaakt dat de verkiezing van Iran in de Vrouwenraad een ongunstige start voor die raad zou zijn geweest", zei zij.

Ook Philippe Bolopion van Human Rights Watch was opgelucht dat Iran een zetel is onthouden, "niet alleen vanwege hun armzalige geschiedenis op het gebied van vrouwenrechten, maar ook omdat ze de principes waarvoor de Vrouwenraad is opgericht actief zouden ondermijnen."

De nieuwe Vrouwenraad wordt geleid door de voormalige Chileense president Michelle Bachelet en moet gelijkheid van vrouwen bevorderen. De Algemene Vergadering van de VN besloot in juli dat vier organen die zich met vrouwenrechten bezighouden gebundeld moesten worden in een nieuw orgaan, dat meer recht zou doen aan de helft van de wereldbevolking.

De raad van bestuur telt 41 leden, warvan 35 door regionale groepen en zes door donorlanden worden gekozen. Sommige mensenrechtengroepen toonden zich onthutst dat landen als Saudi-Arabië, Libië en Congo wel in de raad zijn gekomen.