Justitie wil sneller bij bankgegevens

Het ministerie van Justitie onderzoekt of er een systeem kan komen dat ervoor zorgt dat opsporingsdiensten sneller bij gegevens van bankrekeninghouders kunnen komen. Via een databank moeten opsporingsdiensten meteen kunnen zien welke persoon en welk adres bij een bankrekeningnummer hoort. Een woordvoerder van het ministerie bevestigt woensdagavond een bericht hierover van de NOS.

Nu nog moeten politie en justitie zich iedere keer wenden tot een bank om de gegevens te kunnen krijgen. "Het voordeel van zo'n systeem is dat het een bank minder tijd kost. Politie en justitie kunnen daarnaast opsporingsonderzoeken sneller voortzetten", zegt de woordvoerder, die benadrukt dat de mogelijkheid slechts nog wordt verkend. "Dat betekent dus niet dat het er ook echt gaat komen."

Eerder al is een soortgelijk systeem ingericht voor telecomgegevens. "Daarvoor moest de politie de telecombedrijven steeds benaderen voor de informatie. Die informatie werd op een gegeven moment zo vaak opgevraagd, dat we dachten dat het wel handig was dat te standaardiseren."

De inhoud van de transacties wordt niet inzichtelijk, zegt de woordvoerder. "Daar gaat het niet om. Bij telefoongesprekken kunnen we via het systeem dat we daarvoor hebben een maand later ook niet achterhalen wat er is gezegd, maar wel tussen wie wanneer contact is geweest en hoe lang dat contact heeft geduurd."

Dat het systeem kan leiden tot aantasting van de privacy, wuift de woordvoerder weg. Nu nog moet iedere keer toestemming worden gevraagd van een bank. "Het moet niet mogelijk worden dat iedere agent alle gegevens zomaar kan opvragen." Hoe gaat worden voorkomen dat de databank leidt tot privacy-aantasting, weet de woordvoerder echter nog niet. "We zijn het nog aan het onderzoeken."