Onderzoek naar vernietigen sporen door agent

De politie stelt een onderzoek in naar de gang van zaken rond een in de woning van de voor kindermoord veroordeelde pedofiel Geert B. gevonden onderbroekje. Het onderbroekje is door een wijkagent niet aan de leider van het onderzoek is gegeven. De agent krijgt gedurende het onderzoek ander werk te doen. Dat heeft de politie woensdagmiddag bekendgemaakt.

Het onderzoek volgt op berichtgeving van de Twentsche Courant Tubantia over het ondergoed. Volgens de krant vonden de nieuwe eigenaren van de woning van Geert B. uit Glanerbrug het meisjesonderbroekje verstopt in een meterkast. Het onderbroekje, dat bloedsporen zou hebben bevat, is vermoedelijk van de dochter van een Braziliaanse vrouw met wie B. korte tijd samenwoonde. Het meisje was destijds een peuter.

De wijkagent liet het kledingstuk volgens de krant vernietigen, omdat er te veel mensen aan hadden gezeten. Het kledingstuk had echter bij de leider van het onderzoek terecht moeten komen, stelt de politie. De politie betreurt het dat binnen haar organisatie 'op zo'n onzorgvuldige en onprofessionele wijze is omgesprongen met mogelijk bewijsmateriaal'.

De politie zegt eerder samen met het Openbaar Ministerie te hebben geconstateerd dat er geen aanleiding was onderzoek in te stellen naar mogelijk misbruik van het Braziliaanse meisje. "Ook de vondst van dit onderbroekje geeft hen geen reden om op dit besluit terug te komen."

B. werd in mei door de rechtbank in Zwolle veroordeeld tot twaalf jaar cel en tbs voor het misbruiken van zijn buurmeisje en de lustmoord op de 8-jarige Semiha Metin in Deventer. Hij ging in hoger beroep tegen de uitspraak. Het gerechtshof in Leeuwarden buigt zich donderdag over de zaak.