500 miljoen boeren hebben honger

Vijfhonderd miljoen kleine boeren in de wereld lijden honger omdat voor hen steeds minder land overblijft om te bewerken, zegt Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties voor het Recht op Voedsel Olivier de Schutter. Een 'explosieve cocktail' van grondspeculatie, erosie, industrialisering en verstedelijking doet voor hen jaarlijks dertig miljoen hectare landbouwgrond verloren gaan.

"Overheden of staatsbeleggingsfondsen, maar vooral binnen- en buitenlandse particuliere investeerders proberen zich land toe te eigenen dat voor boeren, vissers en inheemse volken nuttig is om in hun bestaan te voorzien", zei De Schutter donderdag voor de mensenrechtencommissie van de Algemene VN-Assemblee. "Ze doen dit omdat ze grootschalige plantages voor wingewassen willen ontwikkelen, voor de ontwikkeling van biobrandstoffen of energiegewassen, of ze speculeren met landbouwgrond omdat ze weten dat vruchtbare grond steeds schaarser wordt en, net als drinkwater, een strategisch goed voor de toekomst."

Het proces vindt voornamelijk plaats in landen met een zwak bestuur, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar grote stukken land braak liggen en arbeid goedkoop is. Soms vindt het inpikken van land ook plaats met de beste bedoelingen, zoals de aanplant van bossen om woestijnvorming en klimaatverandering tegen te gaan. Maar 'toegang tot land is noodzakelijk om het recht op voedsel volledig uit te oefenen, zei De Schutter.

Hij noemde de huidige stijging van voedselprijzen, vooral voor rijst, maïs en tarwe, 'uitermate zorgelijk', omdat die vrijwel zeker zal leiden tot een stijging van het aantal mensen dat chronisch honger lijdt. Het cijfer van 925 miljoen hongerige mensen dat de VN-voedselorganisatie vorige maand noemde, lijkt nu al achterhaald.

De Schutter ziet speculaties op de derivatenmarkt voor grondstoffen als voornaamste oorzaak van de prijsstijgingen. Hij verwijt de meeste regeringen niet op te treden om de invloed van pensioenfondsen, hedge funds en speculanten op de termijnmarkt voor voedselgrondstoffen in te perken, ofschoon zij 'een van de grootste drijvende krachten waren achter de voedselprijzencrisis van 2007-2008'.

De Schutter, hoogleraar recht aan de Universiteit van Leuven en het Europacollege, zegt dat marktmechanismen in het voordeel werken van grote plantages die particuliere investeringen aantrekken, meer produceren en concurrerender zijn op de exportmarkten. Maar hij benadrukt dat dit ten koste gaat van de kleine landbouw, die werkgelegenheid schept, het platteland ontwikkelt en armoede bestrijdt en essentiële ecosystemen in stand houdt. Overheden moeten daarom juridische zekerheid bieden aan degenen die het land bewerken. Regeringen moeten om te beginnen anti-ontruimingswetten aannemen om landgebruikers te beschermen. Pachtregelingen moeten ook gewaarborgd worden en pachters zouden het recht moeten krijgen om bij wisseling van eigenaar op het land te blijven.