Agressieve jongens willen 'normale' vrienden

Agressieve jongens willen graag sociale en niet-agressieve vrienden, maar omdat dit vanwege hun sociale beperking niet lukt, raken ze met andere probleemjongens opgescheept. Dat gaat in tegen eerdere theorieën in de sociale wetenschap die zeggen dat probleemjongens elkaar bewust op zouden zoeken. Training in sociale vaardigheden kan ze helpen, concludeert onderzoeker Jelle Sijtsema. Hij promoveert 7 oktober aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor het onderzoek werden vriendschapsnetwerken in schoolklassen in Noord-Nederland geanalyseerd. Het gaat om jongens tussen de 12 en 15 die door hun klasgenoten werden getypeerd als agressief. Het zijn geen jongens met een strafblad maar ze slaan, schoppen en schelden vaak en stelen geregeld of steken spullen in brand.

Sijtsema deed ook onderzoek naar de samenhang tussen lichamelijke kenmerken en agressie. Het blijkt dat jongeren met een lage hartslag, meer geneigd zijn sensatie te zoeken. Door hun gebrek aan prikkels komen ze vaker in conflict met autoriteiten. Deze samenhang werd nog nooit goed onderzocht.

Bij meisjes is dit verband niet aangetoond. Een gebrek aan prikkels zorgt bij meisjes niet tot agressie. Wel blijkt het dat meisjes die gevoelig zijn voor stress en niet goed in de groep liggen, eerder geneigd zijn tot fysieke agressie. Meisjes die minder gevoelig zijn voor stress vertonen eerder rationele agressie zoals roddelen en buitensluiten.

Met deze nieuwe inzichten kunnen jongeren geholpen worden om hun agressie te verminderen. Agressieve jongeren zouden getraind moeten worden in sociale vaardigheden. Dan kunnen ze volgens Sijtsema makkelijker aansluiting vinden bij jongens die sociaal en niet agressief zijn.

Het onderzoek helpt ook om verschillende vormen van agressie bij meisjes te onderscheiden. Alle agressieve meisjes dezelfde therapie geven heeft geen zin. De ene groep moet de woede beter leren beheersen, de andere moet zich meer leren inleven in de gevoelens van anderen.