Een neonazi van Joodse afkomst

Pavel lijkt een gewone, joodse bezoeker van de synagoge te zijn, maar heeft een achtergrond die hij niet met iedereen in het gebedscentrum zal delen. Hoewel al een tijd getrouwd en vader van twee kinderen, was Pavel vroeger een rasechte neonazi.

Pavel ontmoette op zijn twaalfde zijn huidige vrouw Olga, en terwijl de jaren voortgleden kwamen ze langzamerhand allebei in de neonazi-scene terecht. Het koppel trouwde op hun achttiende, maar een paar jaar later werd Olga herinnerd aan een gesprek met haar moeder - iets over een Joodse afkomst.

Olga zocht het uit in het Joods Historisch Istituut, waar meer dan tien eeuwen Joodse geschiedenis wordt bewaard. Wat bleek? Niet alleen Olga, maar ook Pavel zijn beiden hartstikke Joods. Olga: "Het was een schok. Ik had nooit verwacht een Joodse echtgenoot te hebben. Ik hield van hem, ook al was hij een skinhead, ook al sloeg hij mensen in elkaar."

Er waren zo'n 350.000 Joden in Polen na de Tweede Wereldoorlog, waarvan het grootste deel onder het Sovjetbewind het land verliet, uit angst voor vervolging. Zij die bleven werden vaak niet verteld dat ze een Joodse afkomst hadden. Het was de voedingsbodem voor een cultuur van antisemitisme in de betonnen huizenblokken in Warschau, waarin Olga en Pavel opgroeide en waarin ze nu als neonazi geconfronteerd werden met een Joodse achtergrond.

Nadat Olga Pavel had verteld over zijn achtergrond, moesten zijn ouders hem het familiegeheim wel vertellen. Pavel: "Ik was een honderd procent nationalist, die geloofde dat Polen alleen voor de Polen was. Joden waren de grootste plaag en het ergste kwaad in de wereld. Toen ik erachter kwam dat ik Joods was, vroeg ik me af of het ik moest vertellen. Ik was boos, verdrietig, bang en onzeker."

Maar dat werd minder naarmate de tijd vorderde en Pavel besloot de hoogste rabbijn van Polen, Michael Schudrich, te benaderen: "Wie ben ik? Help me, anders verlies ik mijn verstand. Ik haatte mezelf als ik in de spiegel keek." Pavel sloot vriendschap met de rabbijn, die een mentor voor hem is geweest.

Pavel, nu drieëndertig jaar oud, voelt zich niet schuldig, al heeft hij wel spijt van dingen. "Ik hem medelijden met hen die ik in elkaar heb geslagen, maar voel geen wrok." Pavel en Olga werken nu allebei in de Joodse gemeenschap. Rabbijn Schudrich: "Dat ze skinheads waren vergroot alleen maar mijn respect voor hen. Ze zijn niet weggelopen van wie ze zijn. De mens heeft altijd de mogelijkheid te veranderen."