Doden bij bomaanslag in Iran

Tijdens een militaire parade in het West-Iraanse Mahabad ter herdenking van de Golfoorlog tussen Iran en Irak is woensdag een bomaanslag gepleegd. Daarbij zijn minstens twaalf doden en 75 gewonden gevallen. De slachtoffers vielen voornamelijk onder vrouwelijke toeschouwers van de parade en kinderen, zei de politie.

Gouverneur Vahid Jalalzadeh zei dat de bomexplosie het werk was van 'contrarevolutionairen', een verwijzing naar Koerdische separatisten.

Iraanse militairen voeren al tientallen jaren strijd met rebellen van de Iraanse tak van de Koerdische Arbeiderspartij PKK. In haar strijd voor meer rechten voor Koerdische minderheden koos de beweging zelden burgers als doelwit. Het vermoeden is dan ook dat de bom te vroeg is afgegaan.

Een radiozender meldde dat het explosief in de bosjes langs de route van de parade lag en tot ontploffing werd gebracht met behulp van een timer.

Jalalzadeh noemde de bomaanslag 'een terroristisch incident' en zei dat hij werd uitgevoerd met buitenlandse steun. "Deze actie heeft zijn wortels in het buitenland. De Verenigde Staten en de bondgenoten van de Amerikanen zijn aanwezig in het gebied", aldus de gouverneur.