'Bekentenis' van Iraanse vrouw uitgezonden

De Iraanse staatstelevisie heeft woensdag een vermeende bekentenis uitgezonden van een vrouw die veroordeeld is tot de doodstraf door steniging. De veroordeling van de vrouw zorgde eerder al voor veel ophef bij de internationale gemeenschap. Brazilië heeft eerder aangeboden de vrouw politiek asiel te verlenen, maar Iran weigerde dit.

Volgens Human Rights Watch is de vrouw, de 43-jarige Sakineh Mohammadi Ashtiani, voor het eerst veroordeeld in mei 2006 voor het hebben van een 'onwettige relatie' met twee mannen, nadat haar echtgenoot was overleden. Zij werd daarvoor veroordeeld tot 99 zweepslagen. Later dat jaar werd de vrouw ook veroordeeld tot steniging wegens overspel, ook al trok ze een eerdere bekentenis in. De bekentenis was volgens de vrouw afgelegd onder dwang.

Iran schortte vorige maand de steniging op na veel internationale kritiek op de bruutheid van de straf. Toch kan Ashtiani nog worden veroordeeld voor de dood van haar man. Volgens aanklagers is de man vermoord en is de vrouw erbij betrokken. De vrouw kan hiervoor worden opgehangen.

De uitzending van de bekentenis wordt gezien als een poging van Iran de internationale kritiek te pareren en aandacht te vragen voor de beschuldiging van moord; een misdaad waar ook in de Verenigde Staten de doodstraf voor kan worden gegeven.

Het gezicht van de vrouw, die op de video werd aangeduid als Ashtiani, was wazig gemaakt en een vrouwenstem vertaalde haar bekentenis van het Azeri, een variant van het Turks, in het Farsi.

Rechtengroepen zeggen dat Iran in strafzaken bekentenissen gebruikt die onder druk zijn afgelegd. Dit gebeurt veelal bij rechtszaken van politieke gevangenen. "Deze zogenaamde bekentenis is onderdeel van een groeiend aantal andere gedwongen bekentenissen en zelfbeschuldigende verklaringen die veel gevangenen het afgelopen jaar hebben afgelegd", aldus Hassiba Hadj Sahraoui, de directeur van de afdeling Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International.

De steniging van Ashtiani is door het Iraanse Hooggerechtshof goedgekeurd, maar de wet staat toe dat het hoofd van de rechterlijke macht opdracht kan geven tot een nieuw proces of een beroepszaak waarin pardon kan worden gevraagd van de hoogste leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei. Hij heeft het laatste woord in alle staatszaken.

Steniging werd op grote schaal opgelegd in de jaren na de Islamitische Revolutie in 1979. Hoewel de Iraanse rechtbanken mensen nog regelmatig tot steniging veroordelen, worden de veroordelingen vaak omgezet naar een andere straf. De laatste keer dat er voor zover bekend een steniging werd uitgevoerd was in 2007. De regering bevestigt echter zelden dat dergelijke straffen zijn voltrokken.