Van der Hoeven stelt kustprovincies gerust

De situatie rond olieboringen voor de kust van Nederland is 'volstrekt niet vergelijkbaar' met die in de Golf van Mexico. Dat laat demissionair minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven (CDA) donderdag weten in een reactie op de brief die de kustprovincies haar hadden gestuurd.

Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Groningen en Friesland willen dat de regering de risico's van olieboringen in het Nederlandse deel van de Noordzee gaat onderzoeken. Ze vrezen een ramp net als die in de Golf van Mexico. Hoewel de boringen voor de kust van Nederland aan strenge regels zijn gebonden, willen de provincies toch meer zicht op de risico's.

Van der Hoeven geeft toe dat het boren naar olie en gas in de Noordzee een 'risicovolle bezigheid' is, waar zeer zorgvuldig mee moet worden omgesprongen en waar de overheid scherp op moet toezien. "Dat is precies wat gebeurt." Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) kwijt zich zeer effectief van zijn taak, stelt de bewindsvrouw.

De inspecteur-generaal van SodM Jan de Jong wijst erop dat de risico's in de Noordzee 'van een veel kleinere orde' zijn dan in de Golf van Mexico, waar het olielek nog steeds niet is gedicht. "De maximale hoeveelheid olie die bij een onverhoopt ongeluk maximaal uit zou kunnen stromen, is een fractie van wat in de Golf van Mexico gebeurt, waarbij het ook nog om hele dunne olie zou gaan die snel afbreekt."

De toezichthouder heeft overigens naar aanleiding van de olieramp in de Golf van Mexico de oliemaatschappijen wel gevraagd hun eigen werkzaamheden in de Noordzee nog eens 'goed door te lichten'.