Motorduo na bedreigen verplegers langer vast

De twee verdachten die met een gestolen motor begin januari in Nijmegen een man doodreden, blijven langer vastzitten. De rechtbank in Arnhem bepaalde vrijdag dat hun voorlopige hechtenis niet wordt opgeheven.

Het Openbaar Ministerie verdenkt Mohamed S. (18) en Mohamed el G. (20) van doodslag. Volgens het OM reden de twee met hoge snelheid door de drukke binnenstad van Nijmegen en werden alle verkeersregels genegeerd. Om aan de politie te ontkomen reed het duo bovendien tegen het verkeer in. Aan de dollemansrit kwam een eind toen de twee het 50-jarige slachtoffer aanreden op een zebrapad aan de St. Canisiussingel. De man overleed later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen.

De 20-jarige El G. heeft volgens justitie ook twee verpleegkundigen van het Nijmeegs UMC St. Radboudziekenhuis met de dood bedreigd toen hij met zijn kompaan na het motorongeluk op de eerste hulp belandde. De strafzaak tegen El G. werd enige tijd onderbroken nadat de verdachte na het aanhoren van het relaas van de officier van justitie volledig door het lint ging.

De 18-jarige broer van El G. kwam begin dit jaar ook al in het nieuws toen hij twee journalisten van dagblad De Gelderlander bedreigde. De jongere broer was het niet eens met een artikel dat het dagblad over het ongeval en de bedreiging wilde schrijven. De Gelderlander besloot het artikel uiteindelijk niet te plaatsen. De hoofdredacteur ontkent voor de bedreiging te zijn gezwicht. De rechtbank in Arnhem veroordeelde de jongere broer in april tot 51 dagen cel voor de bedreiging.

Volgens justitie beraamden de mannen verder nog een gewapende overval op het Belvoir Hotel in Nijmegen. Bij hun aanhouding trof de politie gezichtsbedekkende kleding, een mes en een vuurwapen aan.

De twee ontkennen beiden de motor te hebben bestuurd en schuiven elkaar de schuld in de schoenen. De rechtbank in Arnhem stemde vrijdag wel in met het horen van zes getuigen, onder wie een man die het fatale ongeluk zou hebben gezien, en een forensisch deskundige. Die laatste moet de vraag beantwoorden of aan de hand van de verwondingen bij de verdachten kan worden bepaald wie de motor bestuurde. Wanneer de zaak tegen de twee verdachten inhoudelijk wordt behandeld, is nog niet bekend.