Tienduizenden Oezbeken uit Kirgizië gevlucht

Meer dan 75.000 Oezbeken zijn in het weekeinde de ergste uitbarsting van etnisch geweld sinds twintig jaar in Kirgizië ontvlucht. Sinds donderdagavond zijn meer dan honderd mensen gedood en 1250 verwond. Artsen zeggen dat het aantal gewonden waarschijnlijk veel hoger is, omdat Oezbeken niet naar ziekenhuizen durven gaan uit angst dan weer te worden aangevallen.

De interimregering heeft leger en politie opdracht gegeven relschoppers neer te schieten, maar ook dat heeft het geweld niet kunnen stoppen. De regering vroeg Rusland zaterdag om militaire hulp, maar het Kremlin wilde daar niet op ingaan. Rusland stuurde zondag wel een bataljon van ongeveer driehonderd man paratroepen om de bewaking van zijn luchtmachtbasis in het noorden van Kirgizië te versterken, meldde het persbureau Interfax.

De gevluchte Oezbeken zijn voornamelijk bejaarden, vrouwen en kinderen. Velen hebben schotwonden, meldde het Oezbeekse ministerie voor noodsituaties aan het Russische persbureau RIA Novosti. Op verschillende plaatsen in Oezbekistan zijn opvangkampen ingericht.

Osj, met 250.000 inwoners de tweede stad van Kirgizië, was voor een groot deel platgebrand. Levensmiddelen zijn na plunderingen schaars geworden. Triomfantelijke groepen Kirgiziërs hadden het grootste deel van de stad zondag in handen terwijl de weinige achtergebleven Oezbeken zich in hun wijken barricadeerden.

De in Osj begonnen onlusten sloegen zondag over naar Jalal-Abad. In de stad en in omliggende dorpen staken bendes huizen, winkels en cafés van Oezbeken in brand. Ze overvielen politiebureaus om aan wapens te komen en bij een kazerne in Jalal-Abad werden automatische geweren en een pantserwagen buitgemaakt.

De onlusten hebben ook politieke kenmerken. Ex-president Koermanbek Bakijev werd in april na een bloedige volksopstand afgezet en is gevlucht. Oezbeken steunden de interimregering, terwijl veel Kirgiezen in het zuiden achter Bakijev staan.

Interimpresident Roza Otoenbajeva beschuldigt de familie Bakijev ervan het geweld te hebben geïnstigeerd, met als doel een grondwetsreferendum op 27 juni en nieuwe verkiezingen in oktober te dwarsbomen. Een regeringsfunctionaris zei dat aanhangers van Bakijev Kirgiezen én Oezbeken hebben aangevallen om de twee bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten.

Bakijev liet in een verklaring vanuit zijn ballingsoord Wit-Rusland weten geen enkele rol in het geweld te hebben vervuld. Hij verweet de interimregering te hebben gefaald in het beschermen van de bevolking.