Japanse premier Hatoyama neemt ontslag

De Japanse premier Yukio Hatoyama is woensdag afgetreden. Hij was slechts acht maanden in functie. De reden voor zijn ontslag ligt grotendeels in het niet nakomen van zijn campagnebelofte een Amerikaanse marinebasis op het zuidelijke eiland Okinawa te verplaatsen. Dinsdag zei hij nog aan te blijven, maar woensdag maakte hij toch zijn ontslag bekend.

"Sinds de verkiezingen van vorig jaar heb ik geprobeerd de politiek te veranderen, waarbij de bevolking van Japan de belangrijkste rol zou spelen", vertelde hij op een persconferentie. Hij gaf echter toe dat zijn pogingen mislukt waren en dat kwam volgens hem door zijn eigen falen.

De 63-jarige Hatoyama zei dat er twee redenen waren voor zijn ontslag. De eerste is de verplaatsing van de Amerikaanse marinebasis Futenma en de tweede reden is een schandaal over financiering van de politiek, waarbij twee van zijn vertrouwelingen tot een gevangenisstraf veroordeeld werden wegens het vervalsen van rapporten over politieke contributies. Hatoyama zelf had niets met de zaak te maken, maar het tastte wel zijn imago aan.

De regering van Hatoyama beloofde bij het aantreden een 'meer gelijke' relatie met de Verenigde Staten te smeden en de basis Futenma van het eiland Okinawa te verplaatsen. Vorige week zei Hatoyama echter dat de basis toch op Okinawa blijft en naar het noordelijke deel van het eiland zal worden verplaatst. De bevolking was woedend om deze beslissing.

De nummer 2 van de partij van Hatoyama, de Democratische Partij Japan, is woensdag eveneens afgetreden in een poging het verslechterende imago van de partij te redden in aanloop naar de verkiezingen voor het hogerhuis, die waarschijnlijk 11 juli zullen worden gehouden.

De Democratische Partij Japan komt vrijdag bijeen om een nieuwe leider te kiezen. Deze zal na een stemming binnen het parlement, die naar verwachting volgende week wordt gehouden, de volgende premier worden. Kanshebbers zijn de minister van financiën, Naoto Kan, of de minister van buitenlandse zaken, Katsuya Okada.