Metamorfose Nederlandse vrouwenturnploeg

Nog niet eens zo heel lang geleden hoorden de Nederlandse turnvrouwen bij de wereldtop. Maar de afgelopen jaren is daar snel verandering in gekomen. Twee jaar geleden werd Nederland nog achtste op het EK, maar van dat team is alleen Sanne Wevers over.

Om ook in Birmingham bij de eerste acht te eindigen zal alles moeten kloppen. Naast Wevers word het Nederlandse team gevormd door nieuwkomers Céline van Gerner, Yvette Moshage en Wyomi Masela. Dit trio vormt de kern van het Nederlandse team dat twee jaar geleden brons won op het EK voor junioren. De ervaren Mayra Kroonen maakt het team compleet. In de landenwedstrijd komen op elk toestel drie van de vijf turnsters in actie. 

In het verleden waren er regelmatig relletjes in de Nederlandse ploeg, maar de op 1 januari aangetreden topsportmanager Hans Gootjes heeft al snel rust weten te brengen. "De eenheid en de wil tot samenwerking is er omdat gezamenlijk is gekozen voor het teambelang. De voorbereiding voor het EK in Nederland en daarna de stage in het Engelse Loughborough was goed. Door de nieuwe benadering en begeleiding van zowel de coaches als de medische staf en de onderlinge verstandhouding staat er een hecht team. Gerben Wiersma, Marian Veldman en Vincent Wevers kunnen zich nu vooral met het turnen bezig houden.," aldus Gootjes.

Ook moet nu duidelijk worden of Nederland klaar is voor het WK, later dit jaar in Rotterdam. Bondscoach Gerben Wiersma zegt hierover: "Het EK is een tussenstation voor het WK. Het resultaat in Birmingham geeft aan of we op het goede spoor zitten. Het is een goed teken dat er in Nederland zeker zeven turnsters aan de deur van het nationaal team kloppen. De afvallers in de EK traject selectie schrijf ik ook nog niet af. Dat is alleen al goed voor een gezonde concurrentie. Ook de juniorengroep is talentvol. Ik ben een rasechte optimist en geloof in de missie. Alleen als we in oktober 23e worden in Rotterdam, moeten we aan tafel gaan om te zien of we doorgaan. Zover zal het niet komen. ”

Het stoort Wiersma dat er vaak naar de successen uit het verleden met Verona van der Leur en Suzanne Harmes wordt gekeken. "We leven in een andere tijd en we moeten vooruit. Ik heb vanaf 1996 een EK historisch perspectief gemaakt. De landenscores waren 12-11-8-8-8; met als uitschieter de tweede plaats in Patras. Daarbij moet je ook de ontwikkeling en de vooruitgang van het internationale turnen betrekken; anderen landen staan ook niet stil."