Btavakken populair bij meisjes

De achterstand die Nederland heeft op het buitenland op het gebied van exact en technisch geschoold personeel wordt kleiner. Sinds 2000 kiezen 42 procent meer meisjes voor bètavakken, tegenover 15 procent bij de jongens. In totaal is het aantal mensen dat voor een exacte studie kiest met twintig procent gestegen. Op de universiteiten is dat zelfs vijftig procent.

De stijging van de belangstelling is goed nieuws voor het Platform Bèta Techniek, dat zich negen jaar geleden tot doel stelde het aantal studenten met een technische studie met vijftien procent te verhogen. Door middel van samenwerking tussen middelbare scholen, wetenschap en bedrijfsleven is het aantal leerlingen dat kiest voor een exacte richting op de middelbare school fors verhoogd. Kozen de meeste mensen zes jaar geleden op het havo en vwo nog Economie en Maatschappij, nu is dat veranderd in Natuur en Gezondheid.

De goede resultaten zijn volgens Beatrice Boots van het Platform Bèta Techniek vooral te danken aan het wegnemen van vooroordelen bij docenten en leerlingen. “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat meisjes net zoveel aanleg hebben voor exacte vakken als jongens. Maar jongens hebben meer bravoure; zij denken met een 6 al goed te zijn in wiskunde. Meisjes denken zelfs met een 7 nog dat zij te weinig talent hebben. Leerkrachten hebben wij in workshops bewust gemaakt van hun vooroordelen, de latente onzekerheid bij meisjes en het belang hen juist te stimuleren in plaats van te ontmoedigen.”

Vooral praktische voorlichting door vrouwen die al werkzaam zijn in de technische branche of de ict blijkt de interesse onder meisjes op middelbare scholen te wekken. Het Platform is echter nog niet klaar. In 2016 hopen zij dat ook alle leerlingen op de basisschool kennis maken met exacte wetenschap en techniek.