Kleinkind migrant heeft even vaak baan

Volwassenen van de 'niet-westerse derde generatie' in ons land hebben ongeveer even vaak een baan als volledig autochtone volwassenen. Ook op het gebied van uitkeringen zijn er weinig verschillen. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) een 'verkennende studie' laten doen naar de niet-westerse derde generatie.

De resultaten zijn deze week naar de Tweede Kamer gestuurd. Leden van de niet-westerse derde generatie hebben ouders die in Nederland zijn geboren, maar minstens één grootouder die werd geboren in een niet-westers land. Ze gelden niet meer als allochtoon. De betrokkenheid bij criminaliteit is weliswaar iets hoger dan onder echte autochtonen maar weer lager dan onder niet-westerse allochtonen. Op 1 januari 2008 bestond de niet-westerse derde generatie uit ruim 55.000 personen. Bijna de helft heeft wortels in Suriname.

De niet-westerse derde generatie groeit de laatste jaren met zo'n tien procent per jaar. Tachtig procent is jonger dan vijftien jaar. Met de verkenning wil het ministerie meer te weten komen over de integratie.