Twaalf verdachten vervolgd in bouwfraudezaak

Negen gemeente- en provincieambtenaren en drie medewerkers van het bouwbedrijf Janssen de Jong Infra worden strafrechtelijk vervolgd. De twaalf worden verdacht van ambtelijke corruptie en omkoping, meldt het Openbaar Ministerie zaterdag. Wat het OM gaat doen met de zaken tegen vijftien andere verdachten en het bedrijf Janssen Infra de Jong wordt later besloten.

Het onderzoek naar de bouwfraudezaak werd in de zomer van 2007 opgestart nadat bij justitie informatie was binnengekomen dat het bouwbedrijf zich schuldig maakte aan omkoping. De ambtenaren werden in januari 2009 aangehouden wegens het aannemen van steekpenningen. Zij hebben vermoedelijk medewerkers van het bouwbedrijf voorzien van vertrouwelijke informatie over aanbestedingen.

Het gaat hierbij om infrastructurele projecten van de gemeenten Spijkenisse, Voerendaal, Landgraaf, Maastricht, Heerlen, Nuth, Sittard-Geleen en de provincie Limburg. De steekpenningen bestonden uit een auto, het aanleggen van een tuin, schilderwerk, verbouwingen, dure diners in exclusieve restaurants, een reis naar de Grand Prix van Monaco, tickets voor concerten en voetbalwedstrijden, dagjes uit en contante geldbedragen.

De verdachte ambtenaren zijn op een uitzondering na inmiddels ontslagen of op non-actief gesteld. Ook de verdachte werknemers van het bouwbedrijf zijn niet meer in dienst van het bedrijf.

Het OM is procedures gestart om de criminele winsten te ontnemen. Er is inmiddels beslag gelegd op contante geldbedragen, een spaarrekening, een personenauto, een motorfiets en de overwaarde van een woning.

De strafzaken tegen de negen ambtenaren en drie medewerkers van het bouwbedrijf worden in juni voor het eerst door de rechtbank Den Bosch behandeld tijdens een zogenoemde regiezitting. Het OM verwacht de megazaak in het najaar inhoudelijk af te kunnen doen.