Demonstranten Kirgizië doden minister

Bij rellen in Kirgizië, voortkomend uit onvrede over het ontslag van een tiental oppositieleiders, zijn woensdag verschillende demonstranten om het leven gekomen. De onrust kostte ook de Kirgizische minister van binnenlandse zaken het leven.

De politie in de Kirgizische hoofdstad Bisjkek opende woensdag het vuur op een menigte demonstranten die het belangrijkste regeringsgebouw probeerde te bestormen. Mogelijk vonden hierbij twaalf mensen de dood. In de westelijke stad Talas sloeg een groep demonstranten de minister van binnenlandse zaken zodanig in elkaar, dat hij kort daarna overleed. Dat zei een oppositieactivist, Shamil Moerat, die het dode lichaam van minister Moldomoesa Kongatijev in een regeringsgebouw zag liggen.

Volgens Moerat wisten de demonstranten een politiebureau in te nemen, waar zij Kongatijev in elkaar sloegen en dwongen zijn ondergeschikten in de hoofdstad opdracht te geven het optreden tegen demonstranten te staken.

Aanvankelijk gebruikte de politie in Bisjkek rubber kogels, traangas en waterkanonnen om groepen in het zwart gehulde jonge mannen onder controle te houden. Deze demonstranten ontwapenden agenten en stalen vrachtwagens en pantservoertuigen.

Vervolgens probeerden demonstranten met een van de pantservoertuigen het hek van het regeringsgebouw te rammen. Een aantal jonge demonstranten schoot op het plein voor het gebouw met kalasjnikovs in de lucht. Het leek alsof zij zonder leiders handelden, sommigen waren dronken.

Een verslaggever van Associated Press zei op straat twaalf lichamen met schotwonden te hebben zien liggen, een oppositieactivist zei dat zeventien demonstranten waren doodgeschoten.

De onrust in Kirgizië komt voort uit onvrede over de arrestaties van een tiental oppositieleiders. De rellen, die ook uitbraken in Talas en de zuidelijke stad Tarin, bedreigen de relatieve stabiliteit in de bergachtige voormalige Sovjetrepubliek.