Leger VS kan Wikileaks-video niet vinden

Het Amerikaanse leger kan de kopie van de video niet vinden waarop diverse Iraakse burgers en twee verslaggevers van persbureau Reuters worden doodgeschoten. Dat heeft het leger woensdag gezegd.

Volgens een woordvoerder van het Centrale Commando kan de video niet worden gevonden in de bestanden van het leger. "We hadden geen reden om de video te houden bij het Centrale Commando, en ook het hogere hoofdkwartier in Irak had dat niet", verklaarde Jack Hanzlik. "We proberen de video nu terug te vinden bij de afdeling die het onderzoek deed."

Het is de laatste ontwikkeling in een zaak die al drie jaar sleept. Er worden vraagtekens gezet bij de aanvalsregels in oorlogssituaties en de veiligheid van journalisten die in oorlogsgebied werken.

Voorstanders van een grotere transparantie binnen de regering hebben bovendien vragen gesteld over de redenering van het leger om de video achter te houden voor het publiek. Reuters had eerder onder de Amerikaanse wet voor openbaarheid van het bestuur om een kopie van de video verzocht, nadat het persbureau de video tijdens een vertrouwelijke ontmoeting met het leger in 2007 had bekeken.

De video bevat audiofragmenten van militairen die opriepen om de mannen 'in de fik te steken'. De militairen refereerden aan de mannen als 'dode rotzakken'. Uit een intern onderzoek bleek dat zij zich aan de regels hielden, ook al zagen ze de camera's van de verslaggevers aan voor wapens.

"Het is duidelijk dat dit niet flatteus is voor het leger, maar dat is geen rechtvaardiging voor het achterhouden", zei Steven Aftergood, een deskundige op het gebied van geheimhouding binnen de regering.

De video werd maandag openbaar gemaakt op de website Wikileaks.org. Volgens medewerkers van het leger was de video authentiek, maar moesten de beelden en de geluidsfragmenten wel worden vergeleken met de kopie die het leger bezit, voordat dit in het openbaar kon worden bevestigd.

Leger VS kan Wikileaks-video niet vinden
Leger VS kan Wikileaks-video niet vinden (Foto: Novum)