Agenten gedood bij aanslag in India

Vermeende maoïstische rebellen hebben zondag nabij Mantriamba, in het oosten van India, drie bussen, die politieagenten vervoerden, opgeblazen met landmijnen. Negen agenten kwamen hierbij om het leven. Tien agenten raakten gewond, van wie drie zwaargewond. Dat heeft de Indiase politie zondag gezegd. De bussen met daarin zeventig agenten waren in het gebied om de maoïstische rebellen te bestrijden.

De eerste bus die werd geraakt werd compleet vernield. Negen agenten waren op slag dood. Na de ontploffing wisselden agenten uit de twee andere bussen schoten uit met de opstandelingen. De aanvallers wisten echter in het bossige gebied te ontsnappen.

De agenten namen deel aan 'Operatie Groene Jacht', een regeringsoffensief dat erop gericht is militanten uit hun schuilplaatsen in de bossen te verdrijven. De aanslagen kwamen op de dag dat de Indiase minister van binnenlandse zaken Palaniappan Chidambaram een bezoek bracht aan een bolwerk van de rebellen in de Indiase staat West-Bengalen om de voortgang van het offensief in ogenschouw te nemen.

Chidambaram herhaalde zondag dat de regering met de rebellen wil praten als ze het geweld afzweren. De rebellen eisen echter dat de regering het offensief stopzet, voordat ze een gesprek willen aangaan. Regeringsfunctionarissen menen echter dat de Maoïsten slechts een wapenstilstand willen tekenen om zich te hergroeperen en opnieuw te bewapenen.

De maoïstische rebellen staan ook wel bekend als de Naxals, naar het dorp Naxalbari, waar de beweging in 1967 werd opgericht. Ze strijden al meer dan veertig jaar voor land en banen voor boeren en de arme bevolking. Bij de strijd zijn de afgelopen jaren ongeveer tweeduizend mensen om het leven gekomen.

De Indiase premier Manmohan Singh noemde de rebellen de grootste interne bedreiging voor de veiligheid van India.