EU vraagt hulp aan buurlanden Bosnië

De Europese Unie heeft vandaag Servië en Kroatië om hulp gevraagd bij het bezweren van de oplopende spanningen in Bosnië. De onrust in Bosnië ondermijnt de stabiliteit, vijftien jaar na de burgeroorlog die aan bijna honderdduizend mensen het leven kostte. "Ons gemeenschappelijke doel is een stabiel Bosnië", zei EU-commissievoorzitter José Manuel Barroso na een bijeenkomst met de nieuwe Kroatische president Ivo Josipovic.

In Brussel had de Servische premier Mirko Cvetkovic een gesprek met de president van de EU, Herman van Rompuy, die aangaf dat regionale samenwerking van essentieel belang is om de stabiliteit in de westelijke Balkan te bewaren.

Hoge EU- en NAVO-ambtenaren hebben hun bezorgdheid uitgesproken over de oplopende spanningen in Bosnië nadat in oktober een door het Westen gesteunde poging om de grondwet te herzien op niets uitliep.

Zowel Kroatië als Servië oefent een sterke invloed uit op etnische verwanten in Bosnië, die in een los verbond verenigd zijn met de Bosnische meerderheid. Etnische Serviërs hebben gedreigd een onafhankelijkheidsreferendum te houden als ze in de hechtere samenwerking worden gedwongen die de overige partijen nastreven.

De EU en de Verenigde Staten hebben geprobeerd het complexe politieke systeem van Bosnië te stroomlijnen met de Dayton-akkoorden van 1995. De akkoorden verdeelden Bosnië in twee entiteiten, de Republiek Servië en een Bosniak-Kroatische federatie. In de praktijk werkt het systeem echter niet goed omdat de macht te gedecentraliseerd is.

De twee entiteiten worden bestuurd door in totaal drie presidenten, drie parlementen en enkele honderden ministers op verschillende niveaus. Ook is toetreding tot de EU door de akkoorden niet dichterbij gekomen. De EU heeft nog steeds ongeveer tweeduizend soldaten in Bosnië, een overblijfsel van een troepenmacht van zestigduizend die de vrede moest bewaren in 1995.