Verplichte reïntegratie is geen dwangarbeid

Het opleggen van een verplicht reïntegratietraject om mensen uit de bijstand te halen, is geen dwangarbeid. Dat heeft de rechter in Den Haag vandaag geoordeeld.

Een man had bezwaar aangetekend tegen de gemeente Amsterdam, omdat hij was gekort op zijn bijstandsuitkering. De gemeente had dit gedaan, omdat de betrokkene niet kwam opdagen bij een verplichte cursus om te kijken hoe hij weer aan het werk kan worden gekregen.

De man tekende beroep aan. De verplichting om mee te werken aan het reïntegratietraject zou gelijkstaan aan dwangarbeid.

De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, oordeelt echter anders. Van dwangarbeid is geen sprake, omdat geen fysieke of psychische dwang is uitgeoefend. Daarnaast kan pas een beroep op dwangarbeid worden gedaan als het werk duidelijk te belastend is of als het geen enkel perspectief oplevert voor de arbeidsmarkt. Daarvan was geen sprake, stelt de rechter, die ook het feit dat de man al erg lang in de bijstand zat heeft laten meewegen.

Van de man had in ieder geval mogen worden verwacht dat hij zou beginnen met het reïntegratietraject, aldus de Centrale Raad van Beroep. De gemeente heeft hem dan ook terecht gekort op zijn uitkering. Eerder had de rechtbank in Amsterdam de gemeente al in het gelijk gesteld.

De gemeente Amsterdam reageert verheugd op de uitspraak. "Tegenover een uitkering staat een verplichting om mee te werken aan je reïntegratie", meldt verantwoordelijk wethouder Freek Ossel (PvdA). Hij laat weten dat de betrokkene sinds 1988 een bijstandsuitkering kreeg en al eerder had geweigerd aan een ander reïntegratietraject deel te nemen.