Afghanistan-conferentie in Londen van start

De grote wereldmachten zijn vandaag in Londen begonnen aan een conferentie over de toekomst van Afghanistan. Het is de bedoeling dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in het land uiteindelijk geheel wordt overgedragen aan Afghaanse troepen en verder moeten banen en huizen het voor Taliban-strijders aanlokkelijk maken te strijd op te geven.

De Afghaanse president Hamid Karzai verwelkomde afgevaardigden uit ongeveer zeventig landen en instituten in Londen, onder wie de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Hillary Clinton, secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon en NAVO-chef Anders Fogh Rasmussen.

De Britse premier Gordon Brown zei dat op de conferentie een doel zal worden gesteld voor uitbreiding van de Afghaanse troepenmacht tot ruim honderdzeventigduizend man in oktober 2011. Het aantal politiemensen moet tegen die tijd zijn toegenomen tot meer dan honderddertigduizend.

Karzai hoopt dat de Afghaanse regering in 2015 de volledige verantwoordelijkheid voor de veiligheid in alle 34 Afghaanse provincies kan overnemen. Hij zei daarbij wel ervan uit te gaan dat buitenlandse troepen nog zeker een decennium in zijn land aanwezig blijven.

De internationale gemeenschap is bereid zeker vijfhonderd miljoen dollar ter beschikking te stellen van Karzai's programma voor de wederopbouw van Afghanistan, maar dan moet dat geld wel worden aangewend voor het scheppen van banen bij politie en leger of in de landbouw en huizenbouw.

De Amerikaanse speciale gezant voor Afghanistan, Richard Holbrooke, liet weten dat veel strijders in de lagere rangen van de Taliban niet zozeer worden gemotiveerd door ideologie of religie, maar door financiën. Het zou dus mogelijk moeten zijn deze strijders te bewegen de strijd op te geven in ruil voor werk en woningen. Hogere figuren binnen de Taliban zijn minder eenvoudig te vermurwen, maar Karzai zei te hopen dat ook de leiders uiteindelijk overgehaald kunnen worden om de strijdbijl te begraven. Sommige leiders zouden bijvoorbeeld bij het politieke proces betrokken kunnen worden.