Lagere straf voor 'valiumverkrachter'

De 28-jarige Johan S. heeft vandaag in hoger beroep een lagere celstraf opgelegd gekregen. Het gerechtshof in Den Haag legde hem vijf jaar en acht maanden cel op voor het verkrachten van twee vrouwen en aanranding van een derde vrouw in 2006. De man, die de bijnaam 'valiumverkrachter' kreeg, werd in juli 2007 door de rechtbank in Den Haag nog veroordeeld tot tien jaar cel.

In hoger beroep was ook tien jaar cel tegen hem geëist. De man uit Sassenheim werd ervan beschuldigd de verkrachtingen en aanranding te hebben gepleegd door zijn slachtoffers een bedwelmend middel te hebben toegediend. Het hof acht in tegenstelling tot de rechtbank en het Openbaar Ministerie dit onderdeel echter niet bewezen en heeft hem op dit punt vrijgesproken.

Ook van de verkrachting van de derde vrouw, die volgens het hof is aangerand, en de verkrachting van een vierde vrouw is hij vrijgesproken. Het OM had hier overigens ook voor gepleit. Verder is de man bij gebrek aan overtuigend bewijs vrijgesproken van zedenmisdrijven die hij bij een vijfde vrouw zou hebben gepleegd, waar het OM ook al om had gevraagd.

S. werd aangehouden in Brazilië, waar hij vanaf eind juni 2006 vijf maanden lang in de gevangenis zat totdat hij werd uitgeleverd aan Nederland. In april 2006 was het OM met een opmerkelijk open opsporingsbericht voor S. gekomen. Daarin werd de naam van de verdachte genoemd en werden foto's van hem getoond. De ernst van het geweld dat bij de verkrachtingen zou zijn gebruikt en de angst voor herhaling speelden daarbij een rol.

In hoger beroep stelde de advocaat van S. onder meer dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de zaak, omdat de man door toedoen van het OM in Brazilië onder onmenselijke omstandigheden zou hebben vastgezeten in afwachting van zijn uitlevering. Het hof ging niet mee in dit verweer.