Nederlanders redden moeder en kind

Een reddingsploeg van het Nederlandse Urban Search and Rescue Team (USAR) heeft in Haïti afgelopen nacht (Nederlandse tijd) twee slachtoffers uit de puinhopen van een woning in de hoofdstad Port-au-Prince gered. Het gaat om een vrouw van ongeveer dertig jaar en haar 4-jarig dochtertje. Beiden waren op het eerste gezicht niet ernstig verwond.

Het voltallige USAR, dat bestaat uit 65 hulpverleners en acht speurhonden, is sinds gisteren in Haïti. Direct na aankomst begonnen de eerste reddingswerkers onder bewaking van VN-militairen met het zoeken naar overlevenden in de zwaargetroffen hoofdstad Port-au-Prince.

De Verenigde Naties overwegen vijfduizend blauwhelmen naar de hoofdstad te verplaatsen. De militairen en agenten moeten daar hun collega's bijstaan om de orde te bewaken. De organisatie maakt zich grote zorgen over de openbare orde en veiligheid in de stad. Er komen meldingen van plunderende bendes en inwoners die woedend zijn over de trage hulpverlening of het uitblijven van hulp.

Een groep van dertien Nederlandse evacués uit Haïti kwam vanochtend aan op Curaçao. Onder hen zijn adoptiekinderen uit Haïti en hun ouders. Een van de minderjarigen was zwaargewond. Eerder was al een eerste groep van vier evacués van Haïti naar Curaçao vervoerd. Beide vluchten werden op verzoek van Nederland uitgevoerd door de Curaçaose luchtvaartmaatschappij Insel Air.

In de Amsterdam ArenA komen vanmiddag Haïtianen uit Nederland en België bijeen. Velen kunnen nog steeds geen contact krijgen met familie en vrienden in het land.