'Fysici zien donkere materie'

Amerikaanse fysici beweren dat ze mogelijk 'donkere materie' hebben waargenomen. Al jaren zijn natuurkundigen op zoek naar deze geheimzinnige, onzichtbare deeltjes.

De natuurkundigen hebben deze ontdekking afgelopen donderdag al bekendgemaakt. Toch is hun verhaal nog allerminst overtuigend, en dat geven ze zelf ook toe. Maar áls de waarnemingen kloppen, hebben de fysici een spectaculaire ontdekking gedaan.

Volgens huidige modellen bestaat circa 23 procent van het heelal uit de donkere materie. Bovendien bestaat het universum voor 72 procent uit 'donkere energie', die eveneens nog onbekend is. Slechts vijf procent van het heelal bestaat dus uit de materie die wij allen kunnen zien: planeten, sterren en sterrenstelsels.

De natuurkundigen hebben de 'hint' van donkere materie waargenomen met behulp van de detector van het Cryogen Dark Matter Search experiment (CDMS). Deze detector bevindt zich ondergronds in een voormalige ijzermijn in Minnesota. Het apparaat is opgebouwd uit blokken germanium en silicium, die gekoeld worden tot een honderdtse graad boven het absolute nulpunt. Passerende donkere materiedeeltjes zouden in de CDMS-detector een kleine hoeveelheid elektriciteit en warmte opwekken.

Waarnemingen in ruis
In de detector is altijd zogeheten ruis aanwezig. Hoewel een dikke laag rotsen de detector afschermt van kosmische straling, zorgt natuurlijk radioactief verval in die rotsen toch voor enige vrijkomende neutronen, die net als donkere materie elektriciteit en warmte opwekken in het materiaal van de detector.

De wetenschappers hebben nu een tweetal metingen gedaan, die afwijken van de achtergrondruis en kenmerkend zijn voor de aanwezigheid van donkere materie. De kans dat deze metingen extreme stoorsignalen zijn, is echter nog altijd twintig procent. Toch maken de wetenschappers hun resultaten nu al wereldkundig, omdat de concurrentie in het vakgebied moordend is. Diverse onderzoeksgroepen willen graag de eerste zijn die donkere materie kunnen aantonen.